Werking
Creatine functioneert in het spierweefsel als tijdelijke buffer van energierijke fosfaatgroepen. Tijdens spiercontracties kan creatinefosfaat snel fosfaatgroepen leveren voor de resynthese van ATP. De eigen ATP-voorraad en -productie is maar voor ongeveer 4 seconden toereikend, daarna gaat het lichaam de fosfaatgroepen in creatinefosfaat voor de ATP-productie gebruiken. Onderzoek op het vlak van het spiercelmetabolisme toont dat het catabole myostatine sterk daalt bij de combinatie van krachtraining met creatinesuppletie.
Sport
Ter verbetering van de prestatie is creatine in de vorm van creatinemonohydraat vooral in de sportwereld populair.
Een groot aantal wetenschappelijke studies heeft aangetoond dat supplementatie met creatine de prestatie significant verhoogt tijdens hoogintensieve, kortdurende inspanning. De mate waarin dit effect optreedt, is afhankelijk van de hoeveelheid creatine die in de periode voor de inspanning is opgeslagen in het spierweefsel. Hoe meer creatine namelijk aanwezig is in de spieren, des te meer energie er beschikbaar is voor spieractiviteit. Tot dusver is ook aangetoond dat creatine anabole processen in spierweefsel stimuleert via remming van het catabole myostatine. Het resultaat is een toename van spiermassa, meer explosieve spierkracht en een groter uithoudingsvermogen. Spierweefsel bevat onder deze omstandigheden ook meer vocht.
Vegetariërs vertonen door gebruik van creatine een nog grotere prestatietoename dan personen die vlees consumeren.
Onderzoek onder gezonde jongvolwassenen toont dat creatine in een dagdosering van 20 gram gedurende 5 dagen, bij vegetariërs het geheugen bevorderde. Daarnaast verbeterde het tijdens de testen, bij zowel vegetariërs als vleesconsumerende personen, de keuze-reactiesnelheid.
‘Creatine loading’
Sportwetenschappers hebben onderzocht op welke manier de creatinevoorraden in de spier zo hoog mogelijk gemaakt kunnen worden. Onder normale omstandigheden daalt immers de eigen aanmaak van creatine wanneer men creatine suppleert en komt weer op gang als men het suppleren staakt. Zij ontdekten dat het relatief moeilijk is om grotere hoeveelheden creatine in de spieren te krijgen, maar een eenmaal in de spieren opgenomen hoeveelheid creatine gaat niet zo gemakkelijk meer weg (halfwaardetijd van 4 tot 6 weken). De beste manier om zo veel mogelijk creatine de cel in te krijgen, blijkt het aanbieden van grote hoeveelheden creatine in korte tijd, het zogenaamde "creatine loading". Hierbij begint men gedurende 5 dagen met dagelijks 20 gram creatine, verdeeld over 4 doses van 5 gram. Daarna gedurende vijf dagen een dagdosering van 8 gram gevolgd door een onderhoudsperiode, waarbij twee tot drie gram per dag voldoende is om de al hoge creatinevoorraden in de spieren op peil te houden. Op dit schema kan gevarieerd worden.
Een studie onder jongvolwassen rugbyspelers wees op een meer dan 50% toename van het dihydrotestosteron na zeven dagen creatine loading met 25 gram per dag. Dihydrotestosteron is de meest actieve vorm van testosteron en sterk betrokken bij het herstel en spieropbouw.
Medische relevantie
Creatine zou ook de spierkracht kunnen vergroten bij mensen die aan degeneratieve spieraandoeningen en neuromusculaire aandoeningen lijden, zoals ALS (Amyotrofe Laterale Sclerose) en Multiple Sclerose. Wetenschappelijke studies onder grote groepen patiënten moeten meer duidelijkheid verschaffen. Het is waarschijnlijk dat creatine de werking van de mitochondriën verbetert en ontstekingsprocessen vermindert bij mensen met neurodegeneratieve aandoeningen. In toenemende mate wijst onderzoek op de neuroprotectieve eigenschappen van creatine en vindt onderzoek plaats naar het effect van creatinesuppletie bij ziekten als Parkinson en Huntington.
Onderzoek toont dat ouderen boven de 65 jaar zonder negatieve bijwerkingen binnen enkele weken een sterke toename van spierkracht en lean bodymass laten zien wanneer ze creatine gebruiken tijdens een fysiek trainingsprogramma. Dergelijke resultaten kunnen in het dagelijks leven de zelfstandigheid enorm verbeteren. Dit zou ook betekenen dat creatine van nut kan zijn voor grote groepen mensen die lijden aan spierzwakte door ziekte of veroudering.
De zeldzame ziekte van McArdle of myofosforilase deficiëntie kenmerkt zich door een, in meer of mindere mate, gebrekkige aanmaak van het enzym myofosforylase in de skeletspieren. Hierdoor kunnen de spieren in hun energiestofwisseling geen of te weinig glucose vrijmaken uit het opgeslagen glycogeen. Derhalve wordt de aandoening ook glycogeenstapelingsziekte type V genoemd.
Enkele van de symptomen zijn snelle vermoeidheid, spierkramp en pijn bij zwaar tillen en inspanningen als rennen en traplopen. De ernst van de ziekte kan bij patiënten onderling sterk uiteenlopen en wordt bij menigeen pas later in het leven gediagnosticeerd. Personen kunnen als deel van de bestaande nutritionele behandeling baat hebben bij suppletie met laaggedoseerde creatinesuppletie (60mg/kg lich.gw.). Hogere doseringen (150mg/kg lich.gew.) verminderen juist de inspanningstolerantie. Verder kan met vitamine B6-suppletie gepoogd worden om het fosforylase enzym enigszins te activeren. Suppletie met D-ribose heeft in onderzoek tot dusver geen effect gehad.