Vitamine C is een wateroplosbare vitamine die essentieel is voor de mens. Hoewel de meeste andere gewervelde dieren in staat zijn om zelf vitamine C aan te maken, kan het menselijk lichaam dat niet. Daarom moet de mens voldoende vitamine C uit zijn voeding halen. De belangrijkste voedingsbronnen van vitamine C zijn verschillende soorten fruit en groente. Het grote probleem van vitamine C, is de instabiliteit: het vitamine C-gehalte in voeding neemt aanzienlijk af bij bewaring en bereiding.
Vitamine C draagt bij aan de normale werking van het immuunsysteem, is goed voor het zenuwstelsel en helpt om energie vrij te maken uit vet, koolhydraten en eiwitten. Daarnaast vult vitamine C de antioxidanten in het lichaam aan. Samen met vitamine E beschermt vitamine C tegen vrije radicalen. Ook zorgt vitamine C voor gezonde botten, kraakbeen, tanden, tandvlees en bloedvaten en bevordert het de opname van ijzer.
Vitamine C heeft veel uiteenlopende, essentiële functies in ons lichaam: als antioxidant, vorming van collageen dat als bouwstof dient voor botten, kraakbeen, huid, tandvlees, pezen en bloedvaten en is daarmee belangrijk voor onder meer bindweefselvorming en dus wondheling. Als cofactor is vitamine C verantwoordelijk voor de aanmaak van carnitine en ondersteunt daarmee de energieproductie uit onder meer vetzuren en draagt het bij aan vermindering van vermoeidheid. Vitamine C is ook een cofactor voor de vorming van catecholamines en heeft dus een positieve werking op het zenuwstelsel en draagt bij aan normaal psychologisch functioneren. Vitamine C draagt het bij aan het leervermogen, een heldere geest en is goed voor het gemoedstoestand en het concentratievermogen. Vitamine C draagt daarnaast bij tot de normale werking van het immuunsysteem, verhoogt de ijzeropname (in de vorm van non-heem ijzer) uit de voeding, faciliteert de omzetting van cholesterol naar galzuren en verlaagt daarmee bloedcholesterolwaarden, bevordert de opname van foliumzuur en speelt een rol in de methylatie-processen van DNA en histonen.
Mensen met weinig variatie in hun voeding lopen risico op een vitamine C-tekort, rokers en passieve rokers hebben een verhoogde behoefte, evenals zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven en mensen met ziekten en malabsorptie. Vitamine C wordt verder ingezet bij: infectieziekten en luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, oogaandoeningen, allergie, alcoholgebruik, stress, neurodegeneratieve en psychische aandoeningen, huidproblemen, Diabetes Mellitus, vruchtbaarheidsproblemen.
Vitamine C heeft veel uiteenlopende, essentiële functies in ons lichaam (Padayatty, 2016). Vitamine C is een wateroplosbare antioxidant en speelt een belangrijke rol als vrije radicalenvanger. Het beschermt moleculen, zoals nucleïnezuren (DNA en RNA), koolhydraten, eiwitten en vetten tegen oxidatieve schade als gevolg van fysiologisch of pathologisch metabolisme en draagt op die manier bij aan gezonde cellen en weefsels. Het versterkt bovendien de werking van de vetoplosbare antioxidant vitamine E en werkt samen met andere antioxidatieve systemen. Het stimuleert daarmee ook de ontgifting.
Als cofactor is het betrokken bij tal van enzymatische reacties die cruciaal zijn in de synthese van biomoleculen zoals collageen, carnitine en catecholamines. Vitamine C is nodig voor de vorming van collageen, dat als bouwstof dient voor botten, kraakbeen, huid, tandvlees, pezen en bloedvaten en is daarmee belangrijk voor onder meer bindweefselvorming en dus wondheling. Daarnaast is het als cofactor betrokken bij de aanmaak van carnitine en ondersteunt daarmee de energieproductie uit onder meer vetzuren en draagt het bij aan vermindering van vermoeidheid. De catecholamines noradrenaline en adrenaline functioneren als neurotransmitter en hormonen in het lichaam en dus heeft vitamine C een positieve werking op het zenuwstelsel en draagt het bij aan normaal psychologisch functioneren wanneer er sprake is van een tekort.
Vitamine C is een onmisbaar nutriënt in de werking van het immuunsysteem. Het verhoogt de activiteit van de witte bloedcellen en stimuleert chemotaxis en fagocytose. Bovendien zijn neutrofielen, fagocyten en lymfocyten in staat hoge concentraties van vitamine C op te slaan, waardoor ze beschermd zijn tegen oxidatieve schade. Vitamine C is in staat de proliferatie en differentiatie van T- en B-cellen en natural killer (NK)-cellen te stimuleren. Vitamine C moduleert bovendien de productie van pro-inflammatoire cytokines, en is daarmee in staat antivirale capaciteit te reguleren (Chambial, 2013). Daarnaast is vitamine C geassocieerd met lagere histaminewaarden bij individuen met een overactief immuunsysteem zoals allergie (Vollbracht, 2018).
Vitamine C zorgt ervoor dat ijzer (in de vorm van non-heem ijzer) uit de voeding beter wordt opgenomen door de absorptie in de darm te verhogen (Chambial, 2013). Ongeveer 90% van het ijzer in onze voeding is non-heemijzer, dat zowel voorkomt in dierlijke als plantaardige producten. De mate van opname varieert van 1 tot 10% (Voedingscentrum, Ems 2020). Heemijzer is de makkelijk opneembare vorm van ijzer (opname is ongeveer 25%) en zit alleen in dierlijke producten.
Vitamine C faciliteert de omzetting van cholesterol naar galzuren en verlaagt daarmee bloedcholesterolwaarden (Chambial, 2013). Verder bevordert vitamine C de opname van foliumzuur (Lucock, 2013).
Een rol is ook weggelegd voor vitamine C in methylatie-processen van DNA en histonen en dus in het beschermen van de genoomintegriteit (Camarena, 2016). Voldoende vitamine C tijdens de zwangerschap is cruciaal voor een goede methylatie-status van DNA en de ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtscellen. Maternale vitamine C-deficiëntie heeft wellicht geen invloed op de algemene embryonale ontwikkeling, maar kan wel zorgen voor een verminderde vruchtbaarheid bij de nakomelingen (DiTroia, 2019).
Aanmaak
De meeste gewervelde dieren zijn in staat om zelf hun vitamine C aan te maken. De mens, mensapen, cavia’s, beenvissen, grote vleermuizen en een aantal zangvogels zijn hierop een uitzondering. Bij diverse evolutionaire lijnen raakte het gulonolacton-oxidase-gen (GULO-gen) defect door mutatie. Bij primaten gebeurde dit ongeveer 63 miljoen jaar geleden. Het GULO-gen is verantwoordelijk voor de laatste stap in de synthese om glucose om te zetten in ascorbinezuur (vitamine C). Tot op heden kan men geen echte verklaring geven voor dit defectgeraakte gen. Wel ziet men dat alle diersoorten die het vermogen verloren om zelf vitamine C aan te maken, een vitamine C-rijk dieet hebben (Drouin, 2011).
Voedingsbronnen van vitamine C
Voedingsmiddelen
Vitamine C zit vooral in groente en fruit. In onderstaande lijst staan enkele voorbeelden van voedingsmiddelen (per 100 gram) met hun vitamine C-gehalte (in mg) (Voedingscentrum):
Rode paprika (rauw): 150 mg
Spruiten (gekookt): 132 mg
Kiwi’s: 79 mg
Aardbeien: 60 mg
Sinaasappels: 51 mg
Aardappelen (gekookt): 9 mg
Het gehalte aan vitamine C kan flink variëren. Fruit dat wordt geoogst als het nog niet rijp is heeft vitamine C nog niet optimaal aangemaakt onder invloed van zonlicht. Vitamine C is bovendien erg gevoelig voor degradatie. Als vitamine C in aanraking komt met zuurstof uit de lucht treedt oxidatie op, waardoor vitamine C zijn werking langzaam verliest. Vitamine C is van nature aanwezig op de plek waar het gewas het meest beschermd moet worden tegen invloeden van buitenaf, dus in de schil. Het schillen en snijden van fruit en groenten leidt dus tot verlies van vitamine C. Maar zelfs fruit of groente dat gekoeld wordt bewaard, is gevoelig voor degradatie (Sinha, 2014).
Daarnaast kan vitamine C slecht tegen verhitting. Het is daarom raadzaam om fruit en groenten niet langer te koken of verhitten dan nodig is en bovendien in weinig water om verlies zoveel mogelijk te beperken.
Vitamine C-absorptie
Vitamine C (ascorbinezuur en dehydroascorbinezuur) wordt in de dunne darm door middel van transportmoleculen in het celmembraan van de darmcellen (enterocyten) geabsorbeerd. De opname van ascorbinezuur is natriumafhankelijk en geschiedt beter in een basische omgeving. Dehydroascorbinezuur gaat competitie aan met glucose voor glucosetransporters in de cel, waardoor de opname van dehydroascorbinezuur kan worden geremd in aanwezigheid van glucose (review door Lykkesfeldt, 2019).
Via de darm wordt vitamine C opgenomen in het bloed en naar alle andere cellen van het lichaam getransporteerd (Wilson, 2005). De weefsels nemen vitamine C op middels verschillende transportmechanismen en een deel blijft circuleren in het bloed. Vooral de hersenen zorgen voor een optimale vitamine C concentratie, zelfs wanneer de hoeveelheid vitamine C in het lichaam schaars is.
Er bestaan genetische verschillen in vitamine C-transporters die de intracellulaire hoeveelheid vitamine C reguleren. Zo kan bij een specifiek polymorfisme een hoge vitamine C-inname toch leiden tot een laag vitamine C-gehalte in het bloed (Shaghaghi, 2016).
Het absorptieproces van vitamine C in de darm is dosis-afhankelijk, maar wel verzadigbaar. Bij een lagere dosis wordt procentueel gezien meer vitamine C opgenomen dan bij een hogere dosis. Bij het aanvullen van vitamine C met supplementen is het daarom beter de dosis over de dag te verspreiden. Het blijkt dat bij een dagelijkse inname van 200-400 mg van vitamine C een verzadiging van het bloed wordt bereikt bij gezonde personen (plateauwaarde = 70-80µM) (Frei, 2012). Bij een verhoogde omzet of andere lichaamsverdeling kan uiteraard een hogere inname noodzakelijk zijn om de juiste plateauwaarde te handhaven (Lykessfeldt, 2019).
Intraveneuze toediening van vitamine C resulteert in een 100% biologische beschikbaarheid omdat het de absorptiebeperkingen van het darmepitheel vermijdt (Lykessfeldt, 2019). Recent onderzoek suggereert dat oraal vitamine C in doseringen tot 4000 mg dezelfde stijging in plasmaconcentratie kan geven als na intraveneuze toediening. Mogelijk is er sprake van een zeer snelle absorptie en kan er meer vitamine C opgenomen dan tot nu toe werd gedacht (Fonorow, 2020).
Uitscheiding van vitamine C
Vitamine C homeostase in het bloed wordt gehandhaafd door middel van de volgende fysiologische processen: opname in de dunne darm, distributie in de weefsels en heropname in de nieren.
Niet-gemetaboliseerd ascorbinezuur wordt uitgescheiden via de urine. Bij een lage inname van vitamine C kunnen de nierepitheelcellen vitamine C echter opnieuw opnemen in plaats van uitscheiden (Lykkesfeldt, 2019). Ook kan vitamine C het lichaam in grote hoeveelheden verlaten via transpiratievocht.
Opslag
Vitamine C is wateroplosbaar en komt in het hele lichaam voor. Een hoge concentratie vitamine C wordt gevonden in de bijnieren en hypofyse, en verder op plekken waar een hoge biologische activiteit is, zoals in de skeletspieren en lever.
De gemiddelde Nederlander eet te weinig groente en fruit om in de dagelijkse behoefte aan vitamines en mineralen te voorzien (CBS, 2015). Bovendien is de kwaliteit van wat men tegenwoordig eet vaak onvoldoende. Door verarming van de grond, selectie van gewassen en het plukken van onrijp fruit, is het vitamine C-gehalte in onze voeding de laatste decennia gedaald (Davis, 2004; Mayer, 1997). Maar ook andere factoren, zoals roken, luchtverontreiniging en stress, vragen om extra vitamine C om zo schade door vrije radicalen aan cellen en weefsels te beperken (Rider, 2019; Shekoohi, 2017). Als voeding de verhoogde behoefte aan vitamine C in verschillende omstandigheden niet kan compenseren, is er een duidelijke reden om te suppleren.
Deficiëntieverschijnselen hebben voornamelijk te maken met de functie van vitamine C in de collageenproductie. Het ontstaan van scheurbuik is hier een voorbeeld van. De tijd waarbinnen scheurbuik zich ontwikkelt varieert, maar klachten kunnen al ontwikkelen binnen 1 maand na weinig of geen vitamine C-inname (minder dan 10 mg/dag). De eerste symptomen zijn mogelijk vermoeidheid, algehele malaise, prikkelbaarheid, een verhoogde infectiegevoeligheid en bloedend tandvlees. Tekenen van een vergevorderd vitamine C-tekort omvatten onderhuidse bloedingen, slechte wondheling, haar- en tandverlies en gewrichtspijn en -zwelling. Blijft scheurbuik onbehandeld, dan is het dodelijk (Francescone, 2005, Weinstein, 2001).
Risicogroepen
Bepaalde groepen mensen lopen een groter risico op verstoring van de vitamine C homeostase. Hieronder worden een aantal risicogroepen nader toegelicht:
Mensen met een eenzijdig voedingspatroon
Hoewel groente en fruit veruit de beste bronnen van vitamine C zijn, bevatten veel andere voedingsmiddelen ook kleine hoeveelheden vitamine C. Een gevarieerd voedingspatroon is dus essentieel. Mensen met weinig variatie in hun voeding, zoals bijvoorbeeld alcohol- of drugsverslaafden, geïsoleerde ouderen of mensen die structureel een streng dieet volgen, lopen risico op een vitamine C-tekort (Stephen, 2001).
Rokers en passieve rokers
Vrije radicalen die ontstaan bij roken doen direct een beroep op aanwezige antioxidanten zoals vitamine C om de vrije radicalen weg te vangen (Lykkesfeldt, 2019). Actief roken verlaagt de vitamineC-status met 25-50% ten opzichte van niet-rokers, maar ook passief roken resulteert in een verlaging van het vitamine C-gehalte in het bloed. Om die reden ligt voor rokers de ADH 35 mg per dag hoger dan voor niet-rokers. Voor de blootstelling aan passief roken is momenteel nog geen specifieke vitamine C-vereiste vastgesteld (Schleicher, 2009).
Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven
Verschillende onderzoeken onderstrepen het belang van voldoende vitamine C-inname door de moeder voor de vroege (hersen)ontwikkeling van het ongeboren kind. Ook toont onderzoek met 200 gezonde, niet-rokende moeders aan dat het vitamine C-gehalte van moedermelk significant gecorreleerd is aan de inname van vitamine C door de moeder (Tawfeek, 2002). Om een adequate vitamine C-status te krijgen, wordt zwangere en lacterende vrouwen geadviseerd om 10-35 mg vitamine C extra per dag te nemen (Lykkesfeldt, 2019).
Bij het bewaren van moedermelk in de koelkast treedt verlies van vitamine C op. Voor ascorbinezuur loopt het verlies op tot 40%, bij het totale vitamine C-gehalte kan er tot 20% verloren gaan (Buss, 2001).
Mensen met ziekten en malabsorptie
Er zijn tal van ziekten die geassocieerd worden met een te lage vitamine C-status, waaronder infectieziekten, hart- en vaatziekten en sepsis (Lykkesfeldt, 2019; Moser, 2016; Marik, 2020). Een duidelijke causale rol is er voor laag vitamine C en het ontstaan van scheurbuik (Ceglie, 2017). Bij andere aandoeningen wordt de lage vitamine C-status vaak veroorzaakt door een verhoogd verbruik door bijvoorbeeld oxidatieve stress en ontsteking (Marik, 2020) of doordat de opname verminderd is als gevolg van bijvoorbeeld darmmalabsorptie (Cavalcoli, 2017).
Maar ook (chronische) stress en blootstelling aan toxinen in onze omgeving of medicamenten doen een continue aanspraak op onze vitamine C-status (Rider, 2019).
Als eigen productie/aanmaak tekortschiet dan kan suppletie (tijdelijk) uitkomst bieden. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) van vitamine C is in Nederland als volgt vastgesteld (Gezondheidsraad 2014, Gezondheidsraad 2018):
· 6 tot 11 maanden: 20 mg/dag
· 1 tot 2 jaar: 25 mg/dag
· 2 tot 5 jaar: 30 mg/dag
· 6 tot 9 jaar: 40 mg/dag
· 10 tot 13 jaar: 50 mg/dag
· Vanaf 14 jaar: 75 mg/dag
· Zwangere vrouwen: 85 mg/dag
· Vrouwen die borstvoeding geven: 100 mg/dag
De aanbevolen inname voor rokers ligt 35 mg per dag hoger, omdat zij onder verhoogde oxidatieve stress staan van de toxines in sigarettenrook (Schleicher, 2009).
Voor de normstelling van vitamine C door de Gezondheidsraad speelt het preventieve effect van vitamine C bij chronische ziekten een rol. De normstelling van de gezondheidsraad is gebaseerd op de richtlijnen van de EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid). In Europese richtlijnen voor voedingssupplementen ligt de nadruk op de veiligheid van de middelen en wordt geschreven over de maximaal veilige hoeveelheid (safe upper limit). Dit betekent: het hoogste niveau van inname waarbij geen ongewenste effecten op de gezondheid van de mens wordt gezien. Deze richtlijnen liggen voor een aantal vitaminen krapper dan de functionele doseringen.
Hoeveel vitamine C we moeten innemen via de voeding is onderwerp van discussie. Zo hangt de behoefte erg af van de leefstijl en omstandigheden, maar ook van genetische verschillen. Er is een verhoogde behoefte aan vitamine C in het lichaam bij zowel chemische, psychische als fysiologische stress (Padayatty, 2016).
Vormen van vitamine C
In de voeding komt vitamine C in de volgende 2 vormen voor: ascorbinezuur en dehydroascorbinezuur (de geoxideerde vorm van ascorbine). De naam ascorbinezuur wordt vaak als synoniem gebruikt voor natuurlijke vitamine C, maar het kan ook synthetisch gemaakt worden. Natuurlijk en synthetisch ascorbinezuur zijn chemisch identiek en er zijn geen bekende verschillen met betrekking tot biologische activiteit of biologische beschikbaarheid (Carr, 2013).
Bij suppletie wordt vaak gebruikgemaakt van mineraalascorbaten, zoals zinkascorbaat, kaliumascorbaat, calciumascorbaat en magnesiumascorbaat. Dit zijn van ascorbinezuur afgeleide zouten, men spreekt hierbij ook van ‘ontzuurde’ vormen van vitamine C. Doordat de mineraalascorbaten vrij zijn van ascorbinezuur (100% in het geval van ‘fully-reacted’ mineraalascorbaten) zijn ze milder voor de maagwand en tanden en goed toepasbaar in geval van hoge doseringen vitamine C. Bovendien toont onderzoek in ratten aan dat na toediening van een calciumascorbaat een hogere plasmaconcentratie van ascorbinezuur wordt bereikt dan na toediening in de vorm van alleen ascorbinezuur (enkele dosis van 100mg/kg) (Lee, 2018).
Bij toediening van hoge doses mineraalascorbaten dient ook rekening gehouden te worden met de dosis van het mineraal. Zo kan, ongewenst, bijvoorbeeld het zinkgehalte hoog oplopen (Linus Pauling Institute). In supplementen komen vaak combinaties van mineraalascorbaten voor.
Veel vitamine C-rijke groenten en fruit bevatten bioflavonoïden. Bioflavonoïden zijn polyfenolen en deze worden geassocieerd met uiteenlopende gezondheidseffecten. Ze bezitten antioxidantactiviteit en beschermen tegen oxidatieve stress (Kumar, 2013). Omdat ze van nature in de voeding vaak gecombineerd voorkomen, bestaat sterk het vermoeden dat ze elkaars werking beïnvloeden. Ook aan Vitamine C supplementen worden bioflavonoïden toegevoegd, maar uitgebreider onderzoek is nodig om hun interactie te bevestigen (Carr, 2013).
Vormen van suppletie
Suppletie van vitamine C kan op verschillende manieren: met tabletten, kauwtabletten of poeder. Er is geen verschil in onderlinge biologische beschikbaarheid (Linus Pauling Institute). Het gebruik van poeder vergemakkelijkt het doseren in elke gewenste concentratie.
Ook in samenstelling kunnen vitamine C supplementen verschillen, zo kunnen supplementen ascorbinezuur, mineraalascorbaten, gepatenteerde vormen of liposomaal vitamine C bevatten. Ascorbinezuur is de meest wetenschappelijk onderzochte vorm van vitamine C en komt van nature in onze voeding voor. Ascorbinezuur is zoals de naam al aangeeft zuur en kan dus in hogere doseringen zuurproblemen opleveren aan tanden en in de maag. Bij intensief gebruik (hoge dosis of lang gebruik) is het verstandig om een ontzuurde vorm van vitamine C te kiezen.
Een ascorbatencomplex is een binding van ascorbinezuur met een mineraal. Deze mineraalascorbatencomplexen worden ook wel gebufferd vitamine C genoemd omdat de binding ontzuurt. Hierdoor zijn mineraalascorbaten milder voor de maag en tanden. Daarnaast leveren de mineraalascorbaten ook een kleine hoeveelheid mineralen die synergistisch werken met vitamine C.
Een gepatenteerde vorm van vitamine C is Ester-C®. Ester-C bevat een mineraalascorbaat van calcium met vitamine C en vitamine C metabolieten. Toen deze vorm ontwikkeld werd is er onderzoek gedaan naar de absorptie, dit toonde toen aan dat de absorptie van Ester-C beter is dan ascorbinezuur. De langere retentie in het lichaam en betere absorptie is echter niet goed bewezen en de verschillen zijn klein (Bush 1987, Mitmesser 2016)
Liposomaal vitamine C is een zeer interessante vorm van vitamine C. Liposomaal vitamine C kan zorgen voor tijdelijk hogere vitamine C bloedwaarden door gebruik te maken van een alternatief opnamemechanisme. Fabrikanten zijn bezig met het ontwikkelen van supplementen maar tot nu toe is er nog geen goede stabiele grondstof ontwikkeld (Davis 2016, Khalili 2020)
Toepassingsgebieden
Vitamine C is een essentieel vitamine en speelt bij veel ziektebeelden een cruciale rol. Hieronder volgt een, lang niet volledige, opsomming van een aantal belangrijke toepassingsgebieden van vitamine C. Bij deze toepassingsgebieden kan het van belang zijn om suppletie met vitamine C te overwegen. Vitamine C draagt bij tot:
· Een normaal energieleverend metabolisme,
· De instandhouding van een normale huid,
· De normale werking van het zenuwstelsel,
· De vermindering van vermoeidheid en moeheid,
· Een normale psychologische functie,
· De normale werking van het immuunsysteem,
· Verbetering van ijzeropname.
Daarnaast draagt vitamine C bij tot de normale collageenvorming voor de normale werking van de huid, het kraakbeen, het tandvlees, de tanden, de botten en de bloedvaten. Vitamine C is een vrije-radicalen vanger en helpt lichaamscellen te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Voor sporters is vitamine C belangrijk omdat het een belangrijke rol speelt een bij het behoud van de weerstand tijdens en na fysieke inspanning.
Wetenschappelijke onderbouwing
Infectieziekten en luchtwegaandoeningen
Vitamine C helpt bij het bestrijden van infecties (Chambial, 2013). Het fungeert als antioxidant en effecten ervan zijn het meest opvallend in tijden van oxidatieve stress. Infecties leiden vaak tot activatie van fagocyten die bacteriën en andere ongewenste indringers opsporen en vervolgens hun celwand stukmaken door middel van zuurstofradicalen. Het gevolg is dat de bacterie doodgaat. Maar deze zuurstofradicalen zijn ook schadelijk voor hun omgeving. Vitamine C als antioxidant beschermt andere cellen tegen deze zuurstofradicalen geproduceerd door fagocyten. Verhoogde productie van zuurstofradicalen tijdens een infectie kan een oorzaak zijn van verlaagde vitamine C plasmagehaltes. Er is veel onderzoek gedaan naar het effect van vitamine C bij verkoudheid, veroorzaakt door virussen dan wel bacteriën of bijvoorbeeld allergieën. Een meta-analyse, uitgevoerd in 2013, met 53 placebogecontroleerde studies bestudeerde het effect van vitamine C-suppletie op incidentie, duur en ernst van verkoudheid (Hemilä, 2013). Vitamine C-suppletie (0,25 tot 2 g/dag) reduceerde niet de incidentie in de algemene populatie, maar verlaagde de incidentie met de helft in specifieke groepen, die blootstonden aan zwaardere lichamelijke stress (bijvoorbeeld sporters). De duur van de verkoudheid werd verlaagd door vitamine C-gebruik (Hemilä, 2017). Een meta-analyse toonde aan dat doses van 200 mg of meer per dag effectief zijn bij het verminderen van de ernst en de duur van de infectie (Carr, 2017).
Longontsteking is de meest voorkomende ernstige infectie. Studies laten zien dat vitamine C de incidentie van longontsteking kan verlagen (samengevat in Hemilä, 2017). Uit een in 1994 gepubliceerd onderzoek is gebleken, dat zelfs een bescheiden orale toediening van 200 mg vitamine C per dag resulteerde in een 80% afname van het overlijden van ernstig zieke en in het ziekenhuis opgenomen oudere mensen met luchtwegziekten (bronchitis en bronchopneumonie) (Hunt, 1994). In een recent onderzoek bij jonge kinderen (onder de 5 jaar) die met een longontsteking in het ziekenhuis waren opgenomen bleek dezelfde lage dosis vitamine C oraal toegediend eveneens effectief om de ziekteduur te verkorten (Khan, 2014).
Hoge doseringen vitamine C lijken functioneel bij patiënten met sepsis (Marik, 2020) en ook bij patiënten met COVID-19, de ziekte die wordt veroorzaakt door het in 2019 ontdekte coronavirus SARS-CoV-2 (Cheng, 2020). Sepsis wordt gekenmerkt door systemische infectie met veel oxidatieve stress. Vitamine C was in staat pro-inflammatoire markers en CRP te verlagen en endotheelfunctie te verbeteren. Een recente studie (Fowler, 2019) toont aan dat intraveneuze toediening van een hoge dosis vitamine C (50 mg/kg lichaamsgewicht elke 6 uur gedurende een periode van 96 uur) bij patiënten met sepsis (bloedvergiftiging) en het acuut respiratoir distress syndroom (ARDS) leidde tot een kleinere sterftekans (17% minder dan in de placebogroep) en een kortere opnameduur op de IC (3 dagen). Er werd geen effect gezien op CRP-concentratie en thrombomoduline, mogelijk door het vergevorderde stadium van sepsis waarin de patiënten zaten. Een dergelijke hoge dosering van vitamine C wordt ook geadviseerd voor patiënten met ARDS ten gevolge van besmetting met het coronavirus (Matthay, 2020). De doseringsadviezen variëren hierbij van 50 tot 200 mg per kg lichaamsgewicht per dag. De intraveneuze toediening is van groot belang, omdat deze minstens 10 keer krachtiger is dan orale inname (Saul, 2020). Ook in China en Zuid-Korea zet men hoge doses vitamine C in (tot 24 g/dag intraveneus gedurende 7 dagen) in voor de behandeling van COVID-19 (Saul, 2020).
Astma kenmerkt zich vooral door luchtwegontstekingen en oxidatieve stress. Toediening van lage doses vitamine C, in combinatie met calcitriol (de actieve vorm van vitamine D) vermindert de oxidatieve stress en ontstekingen (dosis van 39 mg/kg lichaamsgewicht ascorbinezuur met 1,5 µg/kg lichaamsgewicht calcitriol) (Kianian, 2019, Kianian, 2020).
Immuunsysteem
Vitamine C ondersteunt het immuunsysteem. Als antioxidant beschermt vitamine C de cellen van het immuunsysteem tegen oxidatieve schade. Suppletie met vitamine C laat verhoogde antimicrobiële en NK-cel activiteit zien, alsmede proliferatie van de verschillende T- en B-cel subsets. Het beïnvloedt de cytokine- en prostaglandineproductie en is dus een belangrijk onderdeel van een goede immuunrespons. Als cofactor draagt vitamine C ook bij aan behoud van goede barrièrefunctie (epitheliale en endotheliale barrières en de huid) (Chambial, 2013).
Vaccinaties
Onderzoekers stellen dat het verstandig is om rondom een vaccinatie extra vitamine C toe te dienen (Levy, 2004). Als we ervoor kiezen om gevaccineerd te worden is het belangrijk om op het moment van vaccinatie een zo optimaal mogelijk werkend immuunsysteem te hebben. Een goed werkend immuunsysteem kan namelijk bijwerkingen voorkomen zoals een allergische reactie of de algehele malaise die men vaak ervaart na een vaccinatie. Ook hulpstoffen waaronder conserveringsmiddelen in vaccins kunnen een belasting voor het lichaam vormen. Van vitamine C is aangetoond dat het een algemene antitoxische werking heeft, onder andere door het reduceren van de oxidatieve stress die wordt veroorzaakt door toxines (Ismail, 2021). Bovendien ondersteunt vitamine C de werking van het immuunsysteem, onder andere door het reguleren van de productie van pro-inflammatoire cytokines (Chambial, 2013). Het is aan te raden om rondom de dag van vaccinatie elke dag een hoge dosering vitamine C van minimaal 1000 mg toe te dienen (Levy, 2004). Lees meer over het doseren van vitamine C in de paragraaf ‘Doseringen’.
Bij ouderen die de griepprik of andere vaccinaties krijgen is het aan te bevelen om enkele weken voor het moment van vaccinatie te beginnen met suppletie en er daarna nog enkele weken mee door te gaan.
Hart- en vaatziekten
De oorzaak en progressie van hart- en vaatziekten is nauw verwant aan de gezondheid van de binnenwand van de vaatwand. Beschadigingen aan het vasculaire endotheel (bekleding van de vaatwand) kunnen leiden tot endotheel disfunctie waardoor lipiden en giftige stoffen de bloedvatwand binnen kunnen dringen. Deze oxidatieve en inflammatoire schade wordt gezien als een eerste stap in de ontwikkeling van atherosclerose en dus een onderliggende oorzaak van alle vasculaire ziekten. Vitamine C levert een bijdrage aan de bescherming van cellen tegen oxidatieve schade en draagt bij aan de vorming van collageen wat van belang is voor een goede conditie van de bloedvaten. Bij een meta-analyse van 44 gerandomiseerde studies bleek suppletie met vitamine C (dagelijkse doses boven 500 mg) geassocieerd met een verbeterde endotheelfunctie, vooral bij personen met hartfalen, atherosclerose of diabetes mellitus (Ashor, 2014). De positieve effecten van vitamine C op bloed cholesterolwaarden (verlagen van LDL en verhogen van HDL) en synthese van collageen ten behoeve van de vaatwand dragen eveneens bij aan een sterkere bloedvatwand (Chambial, 2013).
Verschillende studies tonen aan dat vitamine C de kans op postoperatieve atriale fibrillatie (AF) kan voorkomen. Bovendien kan vitamine C de duur van het ziekenhuisverblijf en IC-verblijf van patiënten die hartchirurgie ondergingen verkorten (Ali-Hassan-Sayegh, 2014, Hemilä, 2017).
Oogaandoeningen
Het oog bevat ongeveer 15 tot 20 keer meer vitamine C dan het bloedplasma, wat suggereert dat het daar een belangrijke functie heeft. Uit een recente meta-analyse met acht gerandomiseerde klinische studies en 12 cohortstudies blijkt dat iedere verhoging van de vitamine C-inname met 500 mg per dag gepaard ging met een lager risico (18%) op het ontwikkelen van cataract, ook wel staar (Jiang, 2019). Bij patiënten met maculadegeneratie werd de ziekte geassocieerd met lage vitamine C innames (Gopinath, 2017).
Allergie
Histamine speelt een cruciale rol bij allergieklachten. Onderzoek suggereert dat vitamine C-suppletie is geassocieerd met lagere histaminewaarden in het bloed (Vollbracht, 2018). In een studie liet intraveneuze toediening van ascorbinezuur een duidelijke verlaging van in het serum zien. Dit maakt het plausibel dat een hoge dosis vitamine C (7,5 g intraveneus toegediend) aan allergie gerelateerde symptomen, zoals luchtweg- en huidklachten, vermindert (Vollbracht, 2018, Hagel, 2013). Wil je meer weten over hoe vitamine C precies werkt bij allergieën? Lees dan verder op: https://www.naturafoundation.nl/kenniscentrum/artikelen/vitamine-c-effectief-tegen-hooikoortsklachten.
Roken en alcoholgebruik
Bij roken zijn er meerdere zwaarwegende redenen om de inname van vitamine C te verhogen. De verhoogde oxidatieve stress zorgt ervoor dat roken de voorraad vitamine C uitput. De ADH ligt daarom voor rokers 35 mg per dag hoger dan voor niet-rokers (Lykkesfeldt, 2000, Schleicher, 2009). Bovendien verlaagt vitamine C de bloedloodspiegels. Bij een studie werden 75 volwassen mannen (20 tot 30 jaar), die dagelijks minimaal één pakje sigaretten rookten en geen klinische tekenen van ascorbinezuurgebrek of loodvergiftiging hadden, verdeeld in drie groepen: placebo, 200 mg ascorbinezuur per dag of 1000 mg ascorbinezuur per dag. Bij de placebogroep en de groep die 200 mg vitamine C per dag nam, zag men geen effect op de bloed- of urineloodspiegel. Bij de groep die 1000 mg per dag nam, zag men echter na een week suppletie een daling van 81% in de bloedloodspiegels (Dawson, 1999). Het mechanisme is niet bekend. Mogelijk remt vitamine C de absorptie van lood, of verhoogt het de excretie in de urine.
Onderzoek toont aan dat alcohol de uitscheiding van ascorbinezuur in de urine met 47% laat toenemen. Chronisch alcoholgebruik zou om die reden een vitamine C-tekort kunnen veroorzaken. Suppletie van 500 tot 1.000 mg per dag gedurende minimaal 3 maanden vermindert de symptomen van een vitamine C-tekort (vermoeidheid, zwakte, spierpijn en pijn in de benen) (Faizallah, 1986, Marik, 2019, Lux-Battistelli, 2017).
Stress
Vitamine C draagt bij aan de geestelijke veerkracht. Onderzoek in dieren laat zien dat de vitamine C-productie toeneemt wanneer zij stress ondervinden (Lahiri, 1962). Dit suggereert dat vitamine C eigenlijk een onderdeel is van de stressreactie. Doordat mensen het vermogen verloren om zelf vitamine C aan te maken, ondervinden ze mogelijk een verhoogd risico op zowel psychologische als fysiologische stress (Marik, 2020). In een gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie in gezonde vrijwilligers liet een orale toediening van vitamine C een gunstig effect zien ten aanzien van cortisol, bloeddruk en reactie op psychologische stress (Brody, 2002).
Neurodegeneratieve en psychische aandoeningen
Vitamine C speelt een belangrijke rol in het functioneren van zenuwen. Een abnormale vitamine C waarde in zenuwweefsel lijkt gepaard te gaan met neurologische ziektebeelden, zowel neurodegeneratieve als psychiatrische vormen (Kocot, 2017). Studies suggereren dat vitamine C, in combinatie met vitamine E, het risico op de ontwikkeling van Alzheimer verlaagt (Li, 2012, Harrison, 2012). Het handhaven van een gezonde vitamine C-waarde lijkt zowel bescherming te bieden tegen het ontwikkelen van Alzheimer, als tegen een algemene leeftijdsgebonden cognitieve achteruitgang (Masaki, 2000). Mogelijk heeft vitamine C ook gunstige effecten in de behandeling van de ziekte van Parkinson en multiple sclerose (MS). Studies tonen aan dat vitamine C-suppletie mogelijk ondersteunend kan werken bij psychische aandoeningen zoals depressieve stoornissen, angst en schizofrenie (Han, 2018). Bij schizofrenie, waar verhoogde vrije radicalenproductie in de hersenen mogelijk een rol speelt in de pathogenese van de ziekte, kan vitamine C als onderdeel van de behandeling een verbetering laten zien (Dakhale, 2005).
Wondheling
Vitamine C stimuleert de synthese en stabiliteit van collageen en stimuleert de cross-linking van de vezels (Palmieri, 2019). Zo versnelt het de genezing van botten na een fractuur en draagt het positief bij aan herstel na operatieve ingrepen (Jain, 2019). Maar vitamine C kan ook helend werken bij het sporten en op die manier onder meer schade aan skeletspieren voorkomen (Shaw, 2017). Bij brandwonden kan een vermindering in wondoedeem en een versnelde wondgenezing na toediening van vitamine C optreden (Pielesz, 2017).
Huid
Vitamine C biedt mogelijk een aanzienlijke bescherming tegen verandering en veroudering van de huid. Vitamine C is van belang voor de vorming van collageen wat de huid verstevigt. Huidveroudering kan worden verdeeld in twee processen: veroudering door het verstrijken van de tijd en veroudering door de omgeving, zoals roken, UV-straling en milieuverontreinigende stoffen. Studies suggereren dat vitamine C vanwege zijn antioxidatieve werking de gezondheid van de huid bij beide processen kan ondersteunen. Het meest duidelijke en gunstige effect van vitamine C op de huid, is die van de wondgenezing en vermindering van littekenvorming, zowel na lokale als orale toediening (Pullar, 2017). Ook is vitamine C gunstig gebleken als anti-rimpel middel (Lee, 2016) en bij pigmentatie van de huid veroorzaakt door UV-daglicht (De Dormael, 2019).
Diabetes mellitus
Diabetespatiënten hebben veelal lage vitamine C-plasmawaarden door verhoogd verbruik. Onderzoek laat zien dat vitamine C-suppletie de insuline-gevoeligheid verbetert en de expressie van vitamine C-transporters verhoogt. Inname van dagelijks 500 mg vitamine C gedurende 4 maanden verbeterde de glucosehomeostase en bloeddruk bij diabetes type 2-patiënten die deelnamen aan een gerandomiseerde cross-overstudie (Mason, 2019).
Vitamine C-tekorten liggen mogelijk ten grondslag aan endotoxemie en het ontstaan van metabool syndroom, hetgeen kan leiden tot diabetes mellitus (Traber, 2019).
Lage vitamine C-concentraties kunnen ook voorkomen bij patiënten met terminale nierziekten die chronische hemodialyse ondergaan (Deicher, 2003).
Eliminatie van zware metalen
Vitamine C helpt het lichaam te ontgiften van zware metalen zoals lood, kwik, cadmium en nikkel (Chambial, 2013).
Verhoging ijzeropname
De verbeterde opname van ijzer door vitamine C helpt in het voorkomen en bestrijden van bloedarmoede (Chambial, 2013). Klinisch onderzoek toont aan dat bij de behandeling van volwassen hemodialysepatiënten met bloedarmoede een dosis van 200-300 mg vitamine C driemaal per week gedurende 3-6 maanden de hemoglobinewaarde aanzienlijk verhoogt (Einerson, 2011; Deved, 2009). Ook andere studies tonen aan dat vitamine C zorgt voor een betere distributie van ijzer door het lichaam, een betere ijzertoediening aan het beenmerg en helpt een normaal hemoglobinegehalte te verkrijgen (Seibert, 2017, Finkelstein, 2011).
Gewrichtsaandoeningen
Vitamine C draagt bij tot de normale collageenvorming voor de normale werking van het kraakbeen. Suppletie van vitamine C lijkt het risico op kraakbeenverlies en ziekteprogressie te verminderen bij mensen met artrose (McAlindon, 1996; Chiu, 2016; Peregoy, 2011). Klinisch onderzoek suggereert daarnaast dat een dagelijkse dosis van 1mg calciumascorbaat gedurende twee weken de pijn en ernst van artrose vermindert, hoewel de effecten minder zijn dan bij NSAID’s (Jensen, 2003).
Vruchtbaarheid
In een studie werd een tekort aan vitamine C gezien als een risicofactor voor het voortijdig breken van de vliezen (Casanueva, 2005). Ook is een positief effect op de kwaliteit van sperma beschreven en zou het de progesteronwaarde verhogen bij onvruchtbare vrouwen (Chambial, 2013), maar resultaten zijn niet eenduidig.
Het gebruik van vitamine C in hoge doseringen wordt afgeraden tijdens zwangerschap en borstvoeding en door personen met een verhoogd risico op de vorming van nierstenen.
Therapeutische dosering
Het is belangrijk de vitamine C-inname zo veel mogelijk over de dag te spreiden om een evenwichtige opname te krijgen. Een ascorbatenpoeder van vitamine C is voor dit doel zeer geschikt.
Doseringsadviezen vergeleken
Van oudsher zijn de ADH van vitamine C gebaseerd op de preventie van een vitamine C-tekort, met als klassiek voorbeeld de ziekte scheurbuik, dat al voorkomen kan worden met een dagelijkse inname van 10 mg. Ter voorkoming van chronische ziekten en voor een goede antioxidantwerking van vitamine C is meer nodig (zie sectie ‘Aanbevelingen’). Onderzoek laat zien dat vitamine C inname van minimaal 200 mg/dag voor de meerderheid van de volwassen bevolking gezondheidsvoordelen brengt en geen nadelen (Frei, 2012). Het Linus Pauling Institute adviseert een dagelijkse vitamine C inname van 400 mg voor gezonde volwassenen, ter voorkoming van ziekten. Ouderen, zieke mensen of mensen die veel stress ervaren hebben mogelijk meer vitamine C nodig om zo optimale, therapeutische weefselconcentraties te bereiken (Linus Pauling Institute). Hoewel hogere innames (tot enkele grammen per dag) extra gezondheidsvoordelen kunnen hebben, zijn de ADHs hier nog niet op aangepast. Mineraalascorbaten zijn uitermate geschikt voor hogere doseringen en langere (therapeutische) trajecten.
Vitamine C is ook in hoge doseringen een veilig vitamine. De EFSA (European Food Safety Authority) stelt dat vitamine C een lage acute toxiciteit heeft en heeft geen veilige bovengrens van inname voor vitamine C bepaald (The EFSA Journal (2004). Klinische onderzoeken laten zien dat doseringen tot 10 gram per dag veilig zijn voor volwassenen (Bendich, 1995; Linus Pauling Institute).
Er is veel onderzoek gedaan naar het ontstaan van nierstenen (die veelal bestaan uit calciumoxalaatverbindingen) en vitamine C. Oxalaat, als metaboliet van vitamine C, zou kunnen leiden tot niersteenvorming in geval van hoge vitamine C-dosering. Uit klinische studies blijkt dat vitamine C-suppletie kan leiden tot verhoogde oxalaatconcentraties in de urine, maar het is niet eenduidig aangetoond of een toename van oxalaat in de urine het risico op nierstenen verhoogt. Twee grote prospectieve studies met een follow-up van respectievelijk 6 en 14 jaar vonden geen verschil in niersteenvorming na dagelijks gebruik van =1500 mg versus <250 mg vitamine C (Curhan, 1996; Curhan 1999). Twee andere studies daarentegen toonden aan dat individuen die vitamine C-supplementen tot zich namen een verhoogd risico hadden op niersteenvorming (Taylor, 2004; Thomas, 1999). Voor personen die vatbaar zijn voor de vorming van nierstenen wordt daarom aanbevolen een hoge dosis vitamine C-suppletie (=1 g per dag) te vermijden (Linus Pauling Institute).
Bij vitamine C-doseringen die hoger liggen dan het lichaam nodig heeft, kan de niet opgenomen vitamine C in de dikke darm water aantrekken en zo (osmotische) diarree veroorzaken. Ook kunnen andere maagdarmklachten, zoals buikkramp, misselijkheid en gasvorming ontstaan. Er wordt dan geen vitamine C meer opgenomen, de darmtolerantie is bereikt. Wanneer de dosering verlaagd wordt, verdwijnt dit verschijnsel.
Vitamine C kan de absorptie van mineralen verhogen of verlagen. Ook zijn verschillende interacties met reguliere geneesmiddelen of natuurgeneesmiddelen mogelijk.
Het gebruik van aspirine gelijktijdig met vitamine C kan leiden tot een lage vitamine C-status. Een studie in gezonde vrijwilligers liet zien dat 2400 mg aspirine gedurende 6 dagen de vitamine C concentraties verlaagt in urine, plasma en specifiek ook in het maagslijmvlies. Mogelijk ontstaat er een verlaagde hoeveelheid in het maagslijmvlies als gevolg van een verhoogde vraag naar antioxidatieve capaciteit van vitamine C door aspirine-geïnduceerde schade aan het slijmvlies (Schulz, 2004; Mohn, 2018).
Er is bewijs, hoewel controversieel, dat vitamine C een remmend effect heeft op de werking van antistollingsmedicatie, zoals warfarin. Een studie liet zien dat bij een 65-jarige man met chronische hart- en longaandoeningen warfarin pas zijn werk ging doen na het stopzetten van het ascorbinezuurgebruik (Sattar, 2013).
Gelijktijdig gebruik van een simvastatine-niacine combinatie door 160 patiënten met gediagnosticeerde hart- en vaatziekten ter voorkoming van progressieve klachten en een complex met antioxidanten waaronder vitamine C, liet een vermindering zien van gunstige effecten van de combinatie simvastatine-niacine. Het is niet bekend of dit werd veroorzaakt door vitamine C. Meer onderzoek is nodig om interactie tussen vitamine C en statines (cholesterolverlagers) te beoordelen (Natural Medicines).
Verder kan vitamine C de plasma oestrogeen niveaus verhogen tot 55% bij vrouwen die orale anticonceptiva of hormoonvervangende therapie gebruiken (Natural Medicines).
Vitamine C kan aluminium binden in de darm en daarmee de absorptie verhogen van aluminiumverbindingen. Bij mensen met een normale nierfunctie is vergiftiging onwaarschijnlijk, maar bij patiënten met nierfalen die bovendien aluminium bevattende verbindingen nemen, zoals fosfaatbinders, is het belangrijk suppletie met hoge doseringen vitamine C te vermijden (Natural Medicines).
Vitamine C kan de opname van ijzer, zink en chroom verhogen. Het verlaagt daarentegen de opname van koper, vitamine B12 en natriumseleniet.
Ook kan vitamine C het lichaam beschermen tegen schadelijke nitrosaminen, die ontstaan bij inname van dierlijke nitrietrijke voeding. Een studie identificeerde een hogere inname van nitriet als risicofactor voor het ontstaan van diabetes type II in personen met een lage vitamine C-status (Bahadoran, 2017).
Bioflavonoïden zijn antioxidanten en er zijn sterke aanwijzingen dat ze de werking van vitamine C ondersteunen (Carr, 2013, Kumar, 2013). Ze komen in de natuur vaak samen voor. Bij het selecteren van een supplement is het raadzaam te kiezen voor een product waarin eveneens bioflavonoïden zitten.
Ali-Hassan-Sayegh, S., Mirhosseini, S. J., Rezaeisadrabadi, M., Dehghan, H. R., Sedaghat-Hamedani, F., Kayvanpour, E., Popov, A.-F., & Liakopoulos, O. J. (2014). Antioxidant supplementations for prevention of atrial fibrillation after cardiac surgery: An updated comprehensive systematic review and meta-analysis of 23 randomized controlled trials. Interactive Cardiovascular and Thoracic Surgery, 18(5), 646–654. https://doi.org/10.1093/icvts/ivu020
Ashor, A. W., Lara, J., Mathers, J. C., & Siervo, M. (2014). Effect of vitamin C on endothelial function in health and disease: A systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. Atherosclerosis, 235(1), 9–20. https://doi.org/10.1016/j.atherosclerosis.2014.04.004
Bahadoran, Z., Mirmiran, P., Ghasemi, A., Carlström, M., Azizi, F., & Hadaegh, F. (2017). Vitamin C intake modify the impact of dietary nitrite on the incidence of type 2 diabetes: A 6-year follow-up in Tehran Lipid and Glucose Study. Nitric Oxide: Biology and Chemistry, 62, 24–31. https://doi.org/10.1016/j.niox.2016.11.005
Bendich, A., & Langseth, L. (1995). The health effects of vitamin C supplementation: A review. Journal of the American College of Nutrition, 14(2), 124–136. https://doi.org/10.1080/07315724.1995.10718484
Boffetta, Paolo, Elisabeth Couto, Janine Wichmann, Pietro Ferrari, Dimitrios Trichopoulos, H. Bas Bueno-de-Mesquita, Fränzel J. B. van Duijnhoven, e.a. (2010). Fruit and Vegetable Intake and Overall Cancer Risk in the European Prospective Investigation Into Cancer and Nutrition (EPIC). Journal of the National Cancer Institute 102(8), 529–566. https://doi.org/10.1093/jnci/djq072
Brody, S., Preut, R., Schommer, K., & Schürmeyer, T. H. (2002). A randomized controlled trial of high dose ascorbic acid for reduction of blood pressure, cortisol, and subjective responses to psychological stress. Psychopharmacology, 159(3), 319–324. https://doi.org/10.1007/s00213-001-0929-6
Bush, M. J., en A. J. Verlangieri. ‘An Acute Study on the Relative Gastro-Intestinal Absorption of a Novel Form of Calcium Ascorbate’. Research Communications in Chemical Pathology and Pharmacology 57, nr. 1 (juli 1987): 137–40.
Buss, I. H., McGill, F., Darlow, B. A., & Winterbourn, C. C. (2001). Vitamin C is reduced in human milk after storage. Acta Paediatrica (Oslo, Norway: 1992), 90(7), 813–815.
Camarena, V., & Wang, G. (2016). The epigenetic role of vitamin C in health and disease. Cellular and Molecular Life Sciences: CMLS, 73(8), 1645–1658. https://doi.org/10.1007/s00018-016-2145-x
Carr, A. C., & Maggini, S. (2017). Vitamin C and Immune Function. Nutrients, 9(11). https://doi.org/10.3390/nu9111211
Carr, A. C., & Vissers, M. C. M. (2013). Synthetic or food-derived vitamin C--are they equally bioavailable? Nutrients, 5(11), 4284–4304. https://doi.org/10.3390/nu5114284
Casanueva, E., Ripoll, C., Tolentino, M., Morales, R. M., Pfeffer, F., Vilchis, P., & Vadillo-Ortega, F. (2005). Vitamin C supplementation to prevent premature rupture of the chorioamniotic membranes: A randomized trial. The American Journal of Clinical Nutrition, 81(4), 859–863. https://doi.org/10.1093/ajcn/81.4.859
Cavalcoli, F., Zilli, A., Conte, D., & Massironi, S. (2017). Micronutrient deficiencies in patients with chronic atrophic autoimmune gastritis: A review. World Journal of Gastroenterology, 23(4), 563–572. https://doi.org/10.3748/wjg.v23.i4.563
CBS. Geraadpleegd op 25 maart 2020 van:
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/17/nederland-eet-onvoldoende-groente-fruit-en-vis
Ceglie, G., Macchiarulo, G., Marchili, M. R., Marchesi, A., Rotondi Aufiero, L., Di Camillo, C., & Villani, A. (2019). Scurvy: Still a threat in the well-fed first world? Archives of Disease in Childhood, 104(4), 381–383. https://doi.org/10.1136/archdischild-2018-315496
Chambial, S., Dwivedi, S., Shukla, K. K., John, P. J., & Sharma, P. (2013). Vitamin C in disease prevention and cure: An overview. Indian Journal of Clinical Biochemistry: IJCB, 28(4), 314–328. https://doi.org/10.1007/s12291-013-0375-3
Cheng, R., Shi, H., Yanagisawa, A., Levy, T., Saul, A. Early Large Dose Intravenous Vitamin C is the Treatment of Choice for 2019-nCov Pneumonia. z.d. Geraadpleegd 12 maart 2020. http://orthomolecular.org/resources/omns/v16n11.shtml.
Chiu, P.-R., Hu, Y.-C., Huang, T.-C., Hsieh, B.-S., Yeh, J.-P., Cheng, H.-L., Huang, L.-W., & Chang, K.-L. (2016). Vitamin C Protects Chondrocytes against Monosodium Iodoacetate-Induced Osteoarthritis by Multiple Pathways. International Journal of Molecular Sciences, 18(1). https://doi.org/10.3390/ijms18010038
Curhan, G. C., Willett, W. C., Rimm, E. B., & Stampfer, M. J. (1996). A prospective study of the intake of vitamins C and B6, and the risk of kidney stones in men. The Journal of Urology, 155(6), 1847–1851.
Curhan, G. C., Willett, W. C., Speizer, F. E., & Stampfer, M. J. (1999). Intake of vitamins B6 and C and the risk of kidney stones in women. Journal of the American Society of Nephrology: JASN, 10(4), 840–845.
Dakhale, G. N., Khanzode, S. D., Khanzode, S. S., & Saoji, A. (2005). Supplementation of vitamin C with atypical antipsychotics reduces oxidative stress and improves the outcome of schizophrenia. Psychopharmacology, 182(4), 494–498. https://doi.org/10.1007/s00213-005-0117-1
Davis, D. R., Epp, M. D., & Riordan, H. D. (2004). Changes in USDA food composition data for 43 garden crops, 1950 to 1999. Journal of the American College of Nutrition, 23(6), 669–682. https://doi.org/10.1080/07315724.2004.10719409
Davis, Janelle L., Hunter L. Paris, Joseph W. Beals, Scott E. Binns, Gregory R. Giordano, Rebecca L. Scalzo, Melani M. Schweder, Emek Blair, en Christopher Bell. ‘Liposomal-Encapsulated Ascorbic Acid: Influence on Vitamin C Bioavailability and Capacity to Protect against Ischemia–Reperfusion Injury’: Nutrition and Metabolic Insights, 20 juni 2016. https://doi.org/10.4137/NMI.S39764.
Dawson, E. B., Evans, D. R., Harris, W. A., Teter, M. C., & McGanity, W. J. (1999). The effect of ascorbic acid supplementation on the blood lead levels of smokers. Journal of the American College of Nutrition, 18(2), 166–170. https://doi.org/10.1080/07315724.1999.10718845
De Dormael, R., Bastien, P., Sextius, P., Gueniche, A., Ye, D., Tran, C., Chevalier, V., Gomes, C., Souverain, L., & Tricaud, C. (2019). Vitamin C Prevents Ultraviolet-induced Pigmentation in Healthy Volunteers: Bayesian Meta-analysis Results from 31 Randomized Controlled versus Vehicle Clinical Studies. The Journal of Clinical and Aesthetic Dermatology, 12(2), E53–E59.
Deicher, R., & Hörl, W. H. (2003). Vitamin C in chronic kidney disease and hemodialysis patients. Kidney & Blood Pressure Research, 26(2), 100–106. https://doi.org/10.1159/000070991
Deved, V., Poyah, P., James, M. T., Tonelli, M., Manns, B. J., Walsh, M., Hemmelgarn, B. R., & Alberta Kidney Disease Network. (2009). Ascorbic acid for anemia management in hemodialysis patients: A systematic review and meta-analysis. American Journal of Kidney Diseases: The Official Journal of the National Kidney Foundation, 54(6), 1089–1097. https://doi.org/10.1053/j.ajkd.2009.06.040
DiTroia, S. P., Percharde, M., Guerquin, M.-J., Wall, E., Collignon, E., Ebata, K. T., Mesh, K., Mahesula, S., Agathocleous, M., Laird, D. J., Livera, G., & Ramalho-Santos, M. (2019). Maternal vitamin C regulates reprogramming of DNA methylation and germline development. Nature, 573(7773), 271–275. https://doi.org/10.1038/s41586-019-1536-1
Drouin, G., Godin, J.-R., & Pagé, B. (2011). The genetics of vitamin C loss in vertebrates. Current Genomics, 12(5), 371–378. https://doi.org/10.2174/138920211796429736
EFSA. (2013). Scientific Opinion on Dietary Reference Values for Vitamin C. EFSA Journal, 11(11), 3418. https://doi.org/10.2903/j.efsa.2013.3418.
Einerson, B., Chaiyakunapruk, N., Kitiyakara, C., Maphanta, S., & Thamlikitkul, V. (2011). The efficacy of ascorbic acid in suboptimal responsive anemic hemodialysis patients receiving erythropoietin: A meta-analysis. Journal of the Medical Association of Thailand = Chotmaihet Thangphaet, 94 Suppl 1, S134-146.
Ems, Thomas, Kayla St Lucia, en Martin R. Huecker. ‘Biochemistry, Iron Absorption’. In StatPearls. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing, 2020. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK448204/.
Faizallah, R., Morris, A. I., Krasner, N., & Walker, R. J. (1986). Alcohol enhances vitamin C excretion in the urine. Alcohol and Alcoholism (Oxford, Oxfordshire), 21(1), 81–84.
Finkelstein, F. O., Juergensen, P., Wang, S., Santacroce, S., Levine, M., Kotanko, P., Levin, N. W., & Handelman, G. J. (2011). Hemoglobin and plasma vitamin C levels in patients on peritoneal dialysis. Peritoneal Dialysis International: Journal of the International Society for Peritoneal Dialysis, 31(1), 74–79. https://doi.org/10.3747/pdi.2009.00154
Fonorow, O., & Hickey, S. (2020). Unexpected Early Response in Oral Bioavailability of Ascorbic Acid. Townsend Letter. https://www.townsendletter.com/article/online-unexpected-oral-vitamin-c-response/
Fowler, A. A., Truwit, J. D., Hite, R. D., Morris, P. E., DeWilde, C., Priday, A., Fisher, B., Thacker, L. R., Natarajan, R., Brophy, D. F., Sculthorpe, R., Nanchal, R., Syed, A., Sturgill, J., Martin, G. S., Sevransky, J., Kashiouris, M., Hamman, S., Egan, K. F., … Halquist, M. (2019). Effect of Vitamin C Infusion on Organ Failure and Biomarkers of Inflammation and Vascular Injury in Patients With Sepsis and Severe Acute Respiratory Failure: The CITRIS-ALI Randomized Clinical Trial. JAMA, 322(13), 1261–1270. https://doi.org/10.1001/jama.2019.11825
Francescone, M. A., & Levitt, J. (2005). Scurvy masquerading as leukocytoclastic vasculitis: A case report and review of the literature. Cutis, 76(4), 261–266.
Frei, B., Birlouez-Aragon, I., & Lykkesfeldt, J. (2012). Authors’ perspective: What is the optimum intake of vitamin C in humans? Critical Reviews in Food Science and Nutrition, 52(9), 815–829. https://doi.org/10.1080/10408398.2011.649149
Gezondheidsraad (2014). Tijdelijke Voedingsnormen. Geraadpleegd van: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2018/09/18/gezondheidsraad-herziet-voedingsnormen-voor-volwassenen
Gezondheidsraad (2018). Kernadvies Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Geraadpleegd van: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2018/09/18/gezondheidsraad-herziet-voedingsnormen-voor-volwassenen
Gopinath, B., Liew, G., Russell, J., Cosatto, V., Burlutsky, G., & Mitchell, P. (2017). Intake of key micronutrients and food groups in patients with late-stage age-related macular degeneration compared with age-sex-matched controls. The British Journal of Ophthalmology, 101(8), 1027–1031. https://doi.org/10.1136/bjophthalmol-2016-309490
Hagel, A. F., Layritz, C. M., Hagel, W. H., Hagel, H.-J., Hagel, E., Dauth, W., Kressel, J., Regnet, T., Rosenberg, A., Neurath, M. F., Molderings, G. J., & Raithel, M. (2013). Intravenous infusion of ascorbic acid decreases serum histamine concentrations in patients with allergic and non-allergic diseases. Naunyn-Schmiedeberg’s Archives of Pharmacology, 386(9), 789–793. https://doi.org/10.1007/s00210-013-0880-1
Han, Q.-Q., Shen, T.-T., Wang, F., Wu, P.-F., & Chen, J.-G. (2018). Preventive and Therapeutic Potential of Vitamin C in Mental Disorders. Current Medical Science, 38(1), 1–10. https://doi.org/10.1007/s11596-018-1840-2
Harrison, F. E. (2012). A critical review of vitamin C for the prevention of age-related cognitive decline and Alzheimer’s disease. Journal of Alzheimer’s Disease: JAD, 29(4), 711–726. https://doi.org/10.3233/JAD-2012-111853
Hemilä, H. (2017). Vitamin C and Infections. Nutrients, 9(4). https://doi.org/10.3390/nu9040339
Hemilä, H., & Chalker, E. (2013). Vitamin C for preventing and treating the common cold. The Cochrane Database of Systematic Reviews, 1, CD000980. https://doi.org/10.1002/14651858.CD000980.pub4
Hemilä, H., & Suonsyrjä, T. (2017). Vitamin C for preventing atrial fibrillation in high risk patients: A systematic review and meta-analysis. BMC Cardiovascular Disorders, 17(1), 49. https://doi.org/10.1186/s12872-017-0478-5
Hunt, C., Chakravorty, N. K., Annan, G., Habibzadeh, N., & Schorah, C. J. (1994). The clinical effects of vitamin C supplementation in elderly hospitalised patients with acute respiratory infections. International Journal for Vitamin and Nutrition Research. Internationale Zeitschrift Fur Vitamin- Und Ernahrungsforschung. Journal International De Vitaminologie Et De Nutrition, 64(3), 212–219.
Ismail, O. I., & El-Meligy, M. M. S. (2021). Could Vitamin C Protect Against Mercuric Chloride Induced Lung Toxicity In The Offspring Rat: A Histological And Immunohistochemical Study. Ultrastructural Pathology, 0(0), 1–15. https://doi.org/10.1080/01913123.2021.1954118
Jain, S. K., Dar, M. Y., Kumar, S., Yadav, A., & Kearns, S. R. (2019). Role of anti-oxidant (vitamin-C) in post-operative pain relief in foot and ankle trauma surgery: A prospective randomized trial. Foot and Ankle Surgery: Official Journal of the European Society of Foot and Ankle Surgeons, 25(4), 542–545. https://doi.org/10.1016/j.fas.2018.05.001
Jensen, N. H. (2003). [Reduced pain from osteoarthritis in hip joint or knee joint during treatment with calcium ascorbate. A randomized, placebo-controlled cross-over trial in general practice]. Ugeskrift for Laeger, 165(25), 2563–2566.
Jiang, H., Yin, Y., Wu, C.-R., Liu, Y., Guo, F., Li, M., & Ma, L. (2019). Dietary vitamin and carotenoid intake and risk of age-related cataract. The American Journal of Clinical Nutrition, 109(1), 43–54. https://doi.org/10.1093/ajcn/nqy270
Khalili, Azadeh, Shohreh Alipour, Mohammad Fathalipour, Azar Purkhosrow, Elaheh Mashghoolozekr, Gholamreza Bayat, en Ali Akbar Nekooeian. ‘Liposomal and non-liposomal formulations of vitamin C: Comparison of the antihypertensive and vascular modifying activity in renovascular hypertensive rats’. Iranian Journal of Medical Sciences 45, nr. 1 (januari 2020): 41–49. https://doi.org/10.30476/ijms.2019.45310.
Khan, I.M., Shabbier, A., Naeemullah, S., Siddiqui, F.R., Rabia, M., Khan, S.N., Chaudhary, M.T. (2014). Efficacy of Vitamin C in Reducing Duration of Severe Pneumonia in Children. Journal of Rawalpindi Medical College, 18(1):55-57. http://www.journalrmc.com/index.php/JRMC/article/view/381
Kianian, F., Karimian, S. M., Kadkhodaee, M., Takzaree, N., Seifi, B., Adeli, S., Harati, E., & Sadeghipour, H. R. (2019). Combination of ascorbic acid and calcitriol attenuates chronic asthma disease by reductions in oxidative stress and inflammation. Respiratory Physiology & Neurobiology, 270, 103265. https://doi.org/10.1016/j.resp.2019.103265
Kianian, F., Karimian, S. M., Kadkhodaee, M., Takzaree, N., Seifi, B., & Sadeghipour, H. R. (2020). Protective effects of ascorbic acid and calcitriol combination on airway remodelling in ovalbumin-induced chronic asthma. Pharmaceutical Biology, 58(1), 107–115. https://doi.org/10.1080/13880209.2019.1710218
Kocot, J., Luchowska-Kocot, D., Kielczykowska, M., Musik, I., & Kurzepa, J. (2017). Does Vitamin C Influence Neurodegenerative Diseases and Psychiatric Disorders? Nutrients, 9(7). https://doi.org/10.3390/nu9070659
Kumar, S., & Pandey, A. K. (2013). Chemistry and biological activities of flavonoids: An overview. TheScientificWorldJournal, 2013, 162750. https://doi.org/10.1155/2013/162750
Lahiri, S., & Lloyd, B. B. (1962). The effect of stress and corticotrophin on the concentrations of vitamin C in blood and tissues of the rat. The Biochemical Journal, 84, 478–483. https://doi.org/10.1042/bj0840478
Lee, C., Yang, H., Kim, S., Kim, M., Kang, H., Kim, N., An, S., Koh, J., & Jung, H. (2016). Evaluation of the anti-wrinkle effect of an ascorbic acid-loaded dissolving microneedle patch via a double-blind, placebo-controlled clinical study. International Journal of Cosmetic Science, 38(4), 375–381. https://doi.org/10.1111/ics.12299
Lee, J.-K., Jung, S.-H., Lee, S.-E., Han, J.-H., Jo, E., Park, H.-S., Heo, K.-S., Kim, D., Park, J.-S., & Myung, C.-S. (2018). Alleviation of ascorbic acid-induced gastric high acidity by calcium ascorbate in vitro and in vivo. The Korean Journal of Physiology & Pharmacology: Official Journal of the Korean Physiological Society and the Korean Society of Pharmacology, 22(1), 35–42. https://doi.org/10.4196/kjpp.2018.22.1.35
Levy, T. (2004) Curing the Incurable. Vitamin C, Infectious Diseases, and Toxins. Henderson, NV: MedFox Publishing
Li, F.-J., Shen, L., & Ji, H.-F. (2012). Dietary intakes of vitamin E, vitamin C, and ß-carotene and risk of Alzheimer’s disease: A meta-analysis. Journal of Alzheimer’s Disease: JAD, 31(2), 253–258. https://doi.org/10.3233/JAD-2012-120349
Linus Pauling Institute. Geraadpleegd op 25 maart 2020. https://lpi.oregonstate.edu/
Lucock, M., Yates, Z., Boyd, L., Naylor, C., Choi, J.-H., Ng, X., Skinner, V., Wai, R., Kho, J., Tang, S., Roach, P., & Veysey, M. (2013). Vitamin C-related nutrient-nutrient and nutrient-gene interactions that modify folate status. European Journal of Nutrition, 52(2), 569–582. https://doi.org/10.1007/s00394-012-0359-8
Lux-Battistelli, C., & Battistelli, D. (2017). Latent scurvy with tiredness and leg pain in alcoholics: An underestimated disease three case reports. Medicine, 96(47), e8861. https://doi.org/10.1097/MD.0000000000008861
Lykkesfeldt, J., & Tveden-Nyborg, P. (2019). The Pharmacokinetics of Vitamin C. Nutrients, 11(10). https://doi.org/10.3390/nu11102412
Lykkesfeldt, J., Christen, S., Wallock, L. M., Chang, H. H., Jacob, R. A., & Ames, B. N. (2000). Ascorbate is depleted by smoking and repleted by moderate supplementation: A study in male smokers and nonsmokers with matched dietary antioxidant intakes. The American Journal of Clinical Nutrition, 71(2), 530–536. https://doi.org/10.1093/ajcn/71.2.530
Marik, P. E. (2020). Vitamin C: An essential “stress hormone” during sepsis. Journal of Thoracic Disease, 12(Suppl 1), S84–S88. https://doi.org/10.21037/jtd.2019.12.64
Marik, P. E., & Liggett, A. (2019). Adding an orange to the banana bag: Vitamin C deficiency is common in alcohol use disorders. Critical Care (London, England), 23(1), 165. https://doi.org/10.1186/s13054-019-2435-4
Masaki, K. H., Losonczy, K. G., Izmirlian, G., Foley, D. J., Ross, G. W., Petrovitch, H., Havlik, R., & White, L. R. (2000). Association of vitamin E and C supplement use with cognitive function and dementia in elderly men. Neurology, 54(6), 1265–1272. https://doi.org/10.1212/wnl.54.6.1265
Mason, S. A., Rasmussen, B., van Loon, L. J. C., Salmon, J., & Wadley, G. D. (2019). Ascorbic acid supplementation improves postprandial glycaemic control and blood pressure in individuals with type 2 diabetes: Findings of a randomized cross-over trial. Diabetes, Obesity & Metabolism, 21(3), 674–682. https://doi.org/10.1111/dom.13571
Matthay, M. A., Aldrich, J. M., & Gotts, J. E. (2020). Treatment for severe acute respiratory distress syndrome from COVID-19. The Lancet. Respiratory Medicine. https://doi.org/10.1016/S2213-2600(20)30127-2
Mayer, A. (1997). Historical changes in the mineral content of fruits and vegetables. British Food Journal, 99(6), 207–211. https://doi.org/10.1108/00070709710181540
McAlindon, T. E., Jacques, P., Zhang, Y., Hannan, M. T., Aliabadi, P., Weissman, B., Rush, D., Levy, D., & Felson, D. T. (1996). Do antioxidant micronutrients protect against the development and progression of knee osteoarthritis? Arthritis and Rheumatism, 39(4), 648–656. https://doi.org/10.1002/art.1780390417
Mitmesser, Susan H., Qian Ye, Mal Evans, en Maile Combs. ‘Determination of Plasma and Leukocyte Vitamin C Concentrations in a Randomized, Double-Blind, Placebo-Controlled Trial with Ester-C®’. SpringerPlus 5, nr. 1 (december 2016): 1161. https://doi.org/10.1186/s40064-016-2605-7.
Mohn, E. S., Kern, H. J., Saltzman, E., Mitmesser, S. H., & McKay, D. L. (2018). Evidence of Drug-Nutrient Interactions with Chronic Use of Commonly Prescribed Medications: An Update. Pharmaceutics, 10(1). https://doi.org/10.3390/pharmaceutics10010036
Moser, M. A., & Chun, O. K. (2016). Vitamin C and Heart Health: A Review Based on Findings from Epidemiologic Studies. International Journal of Molecular Sciences, 17(8). https://doi.org/10.3390/ijms17081328
Natural Medicines. Vitamin C/Professional handout/Interactions with drugs. Available at: https://naturalmedicines.therapeuticresearch.com. z.d. Geraadpleegd: 23 maart 2020
Padayatty, S. J., & Levine, M. (2016). Vitamin C: The known and the unknown and Goldilocks. Oral Diseases, 22(6), 463–493. https://doi.org/10.1111/odi.12446
Palmieri, B., Vadalà, M., & Laurino, C. (2019). Nutrition in wound healing: Investigation of the molecular mechanisms, a narrative review. Journal of Wound Care, 28(10), 683–693. https://doi.org/10.12968/jowc.2019.28.10.683
Peregoy, J., & Wilder, F. V. (2011). The effects of vitamin C supplementation on incident and progressive knee osteoarthritis: A longitudinal study. Public Health Nutrition, 14(4), 709–715. https://doi.org/10.1017/S1368980010001783
Pielesz, A., Binias, D., Bobinski, R., Sarna, E., Paluch, J., & Waksmanska, W. (2017). The role of topically applied l-ascorbic acid in ex-vivo examination of burn-injured human skin. Spectrochimica Acta. Part A, Molecular and Biomolecular Spectroscopy, 185, 279–285. https://doi.org/10.1016/j.saa.2017.05.055
Pullar, J. M., Carr, A. C., & Vissers, M. C. M. (2017). The Roles of Vitamin C in Skin Health. Nutrients, 9(8). https://doi.org/10.3390/nu9080866
Rider, C. F., & Carlsten, C. (2019). Air pollution and DNA methylation: Effects of exposure in humans. Clinical Epigenetics, 11(1), 131. https://doi.org/10.1186/s13148-019-0713-2
Sattar, A., Willman, J. E., & Kolluri, R. (2013). Possible warfarin resistance due to interaction with ascorbic acid: Case report and literature review. American Journal of Health-System Pharmacy: AJHP: Official Journal of the American Society of Health-System Pharmacists, 70(9), 782–786. https://doi.org/10.2146/ajhp110704
Saul, A. Coronavirus Patients in China to be Treated with High-Dose Vitamin C. z.d. Geraadpleegd 12 maart 2020. http://orthomolecular.org/resources/omns/v16n10.shtml
Saul, A. Shanghai Government Officially Recommends Vitamin C for COVID-19. z.d. Geraadpleegd 12 maart 2020. http://orthomolecular.org/resources/omns/v16n16.shtml.
Schleicher, R. L., Carroll, M. D., Ford, E. S., & Lacher, D. A. (2009). Serum vitamin C and the prevalence of vitamin C deficiency in the United States: 2003-2004 National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES). The American Journal of Clinical Nutrition, 90(5), 1252–1263. https://doi.org/10.3945/ajcn.2008.27016
Schulz, H. U., Schürer, M., Krupp, S., Dammann, H. G., Timm, J., & Gessner, U. (2004). Effects of acetylsalicylic acid on ascorbic acid concentrations in plasma, gastric mucosa, gastric juice and urine—A double-blind study in healthy subjects. International Journal of Clinical Pharmacology and Therapeutics, 42(9), 481–487. https://doi.org/10.5414/cpp42481
Seibert, E., Richter, A., Kuhlmann, M. K., Wang, S., Levin, N. W., Kotanko, P., & Handelman, G. J. (2017). Plasma vitamin C levels in ESRD patients and occurrence of hypochromic erythrocytes. Hemodialysis International. International Symposium on Home Hemodialysis, 21(2), 250–255. https://doi.org/10.1111/hdi.12467
Shaghaghi, M. A., Kloss, O., & Eck, P. (2016). Genetic Variation in Human Vitamin C Transporter Genes in Common Complex Diseases. Advances in Nutrition (Bethesda, Md.), 7(2), 287–298. https://doi.org/10.3945/an.115.009225
Shaw, G., Lee-Barthel, A., Ross, M. L., Wang, B., & Baar, K. (2017). Vitamin C-enriched gelatin supplementation before intermittent activity augments collagen synthesis. The American Journal of Clinical Nutrition, 105(1), 136–143. https://doi.org/10.3945/ajcn.116.138594
Shekoohi, N., Javanbakht, M. H., Sohrabi, M., Zarei, M., Mohammadi, H., & Djalali, M. (2017). Smoking Discriminately Changes the Serum Active and Non-Active Forms of Vitamin B12. Acta Medica Iranica, 55(6), 389–394.
Sinha, A. Studies on Ascorbic Acid (Vitamin-C) Content in Different Citrus Fruits and Its Degradation During Storage. Geraadpleegd 10 maart 2020. https://www.academia.edu/10711530/Studies_on_Ascorbic_Acid_Vitamin-C_Content_in_Different_Citrus_Fruits_and_its_Degradation_During_Storage.
Stephen, R., & Utecht, T. (2001). Scurvy identified in the emergency department: A case report. The Journal of Emergency Medicine, 21(3), 235–237. https://doi.org/10.1016/s0736-4679(01)00377-8
Tawfeek, H. I., Muhyaddin, O. M., al-Sanwi, H. I., & al-Baety, N. (2002). Effect of maternal dietary vitamin C intake on the level of vitamin C in breastmilk among nursing mothers in Baghdad, Iraq. Food and Nutrition Bulletin, 23(3), 244–247. https://doi.org/10.1177/156482650202300302
Taylor, E. N., Stampfer, M. J., & Curhan, G. C. (2004). Dietary factors and the risk of incident kidney stones in men: New insights after 14 years of follow-up. Journal of the American Society of Nephrology: JASN, 15(12), 3225–3232. https://doi.org/10.1097/01.ASN.0000146012.44570.20
Thomas, L. D. K., Elinder, C.-G., Tiselius, H.-G., Wolk, A., & Akesson, A. (2013). Ascorbic acid supplements and kidney stone incidence among men: A prospective study. JAMA Internal Medicine, 173(5), 386–388. https://doi.org/10.1001/jamainternmed.2013.2296
Traber, M. G., Buettner, G. R., & Bruno, R. S. (2019). The relationship between vitamin C status, the gut-liver axis, and metabolic syndrome. Redox Biology, 21, 101091. https://doi.org/10.1016/j.redox.2018.101091
Voedingscentrum.nl. Geraadpleegd op: 25 maart 2020
Vollbracht, C., Raithel, M., Krick, B., Kraft, K., & Hagel, A. F. (2018). Intravenous vitamin C in the treatment of allergies: An interim subgroup analysis of a long-term observational study. The Journal of International Medical Research, 46(9), 3640–3655. https://doi.org/10.1177/0300060518777044
Weinstein, M., Babyn, P., & Zlotkin, S. (2001). An orange a day keeps the doctor away: Scurvy in the year 2000. Pediatrics, 108(3), E55. https://doi.org/10.1542/peds.108.3.e55
Wilson, J. X. (2005). Regulation of vitamin C transport. Annual Review of Nutrition, 25, 105–125. https://doi.org/10.1146/annurev.nutr.25.050304.092647