Diabetes type II
Deze aandoening wordt gekenmerkt door progressieve degeneratie van de insulineproducerende bètacellen van de pancreas. Er is een causaal verband tussen hyperglycemie en het ontstaan van diabetescomplicaties, waarbij specifiek postprandiale glucosepieken als een onafhankelijke risicofactor worden gezien voor de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen. Een nutritionele aanpak met leucine kan de aan de maaltijd gerelateerde endogene afgifte van insuline vergroten en daarmee postprandiale hyperglycemie verminderen. Leucinesuppletie zou mogelijk een nieuwe handelwijze in de behandeling van diabetes type II kunnen representeren. De reguliere benadering is namelijk gericht op het verlagen van de bloedglucose, terwijl het werkingsmechanisme van leucine gericht is op stimulatie van pancreatische bètacellen. Ook de stimulerende rol van leucine in de proteïnesynthese is van belang in de bloedsuikerregulatie, gezien het verlies van spierweefsel voor 80% verantwoordelijk is voor de glucoseopname vanuit het bloed. Hoewel meer lange-termijnonderzoek is gewenst, lijkt leucine een veelbelovende bijdrage te kunnen leveren in het fysiologisch handhaven van de glucose homeostase.
Sarcopenie
Naar mate men ouder wordt, vooral na het 50e levensjaar, verliest men geleidelijk aan spiermassa en spierfunctie. Vermoed wordt dat een verminderde respons van de spieren op anabole stimuli (voeding en beweging) een onderliggend mechanisme is dat bijdraagt aan de pathosfysiologie van sarcopenie. Diverse studies bij ouderen, waaronder RCT’s, bevestigen dat aanvulling van leucine aan de voeding (als vrij aminozuur of als onderdeel van voedingseiwitten), zowel via insulineonafhankelijke en insulineafhankelijke mechanismen, de postprandiale spiereiwitsynthese verhoogt. Van de BCAA’s lijkt hiervoor alleen leucine direct verantwoordelijk voor de verbeterde acute anabole respons. In de therapeutische aanpak van sarcopenie, kan aanvulling van de dagelijkse eiwitinname met leucine, bij voorkeur in combinatie met fysieke inspanning, een belangrijk nutritioneel signaal zijn. Zeker wanneer er sprake is van diabetes type II, omdat er onder die fysieke omstandigheden een snellere progressie van spiermassaverlies plaatsvindt. In hoeverre op termijn de spieropbouw door een verbeterde spiereiwitsynthese respons daadwerkelijk verbetert moet nog verder worden onderzocht.
Fysieke inspanning en sport
Het gebruik van eiwitten en aminozuren wordt binnen de sportwereld al sinds langere tijd toegepast. Bij kracht- en duursporten kan leucine worden ingezet voor een prestatieverbeterend effect en een betere recovery. Inname vlak voor of na de sportprestatie van het vrije aminozuur of als onderdeel van (wei)eiwitten bevordert de spiersynthese en remt de spierafbraak. Bovendien wordt de post-exertionele beschadiging aan de musculatuur verminderd. Recente in vivo studies bevestigen een verbeterend effect op de verlate spierpijn, DOMS (Delayed Onset Muscle Soreness), veelvoorkomend na intensieve spierinspanning of atletische prestaties. In het bijzonder bij duursporters is het evident dat zij voldoende eiwitten/aminozuren binnenkrijgen omdat tot wel 15% van de totale verbruikte energie uit de afbraak van lichaamseiwitten afkomstig kan zijn. In tegenstelling tot wat eerder gedacht werd worden de anabole en antikatabole effecten op de spierstofwisseling niet bereikt door een combinatie van de BCAA’s, maar ligt de evidentie van het effect geheel bij leucine.
Immuunfuncties
BCAA’s waaronder leucine zijn van noodzakelijke waarde voor het handhaven van een goede immuunfunctie. Tekorten aan BCAA’s remmen verschillende aspecten van het immuunsysteem, waaronder de activiteit van Natural Killercellen en de proliferatie van lymfocyten. Vooral lymfocyten gebruiken veel BCAA’s. Daarnaast zijn BCAA’s bouwstoffen van de flexibele kant van de immunoglobulinen; substanties die het humorale deel van het immuunsysteem vormen. Over hoe BCAA’s inwerken op de immuunfunctie is echter nog veel onduidelijk. Het meest waarschijnlijk is dat de belangrijkste rol van BCAA’s voor het immuunsysteem ligt in de synthese van proteïnen (antigenpresenterende eiwitten, immunoglobulinen, cytokinen, receptoren, acute-fase-eiwitten etc. Ook kan een deel van de werking worden verklaard door een sparend effect op L-glutamine.